Samenvatting
Het boek gaat over een jongeman die noodgedwongen moet aanmonsteren op een slavenschip. Al gauw komt hij in tweestrijd hoe de slaven behandeld zouden moeten worden. De meeste dominees in de Republiek accepteerden slavenhandel. Maar zijn dominee was faliekant tegen deze mensenhandel. "De Afrikanen die als slaaf door de Europese kooplui opgekocht zijn, zijn ooit ontstolen uit hun vaderland. En dat druist tegen het zevende gebod in. Want de heler is net zo schuldig als de dief." Voortdurend vraagt hij zich af wie er gelijk heeft, zijn dominee of alle andere dominees in de Republiek. Het verhaal van de hoofdpersoon eindigt voor hem en zijn vrouw positief, maar tegelijkertijd moeten de tot slaaf gemaakte Afrikanen nog heel lang wachten tot ook zij vrij gemaakt worden.