Samenvatting
‘Met niets en niemand ben ik zo vaak op de foto gezet als met de eenden bij de grote vijver in het Oosterpark. Dikke stapels zwart-witkiekjes met van die ouderwetse kartelrandjes zijn er met mij als klein meisje voor, naast en tussen de vogels waaraan ik mijn hart had verpand.’ Zo opent het titelverhaal ‘Een eend op zolder’ – Marja Vuijsjes fascinatie voor vogels is er al van jongs af aan. In de afgelopen jaren schreef ze diverse literaire non-fictieverhalen met vogels in de hoofdrol. Die zijn in dit boek bijeengebracht en voorzien van schitterende illustraties van Ien van Laanen. Of Vuijsje nu schrijft over de mus in een standaardwerk uit de klassieke Perzische poëzie, de troost die Rosa Luxemburg vond in het gezang van de koolmees, over het roldoorbrekende Nandoemannetje of de steenarend in Thomas Manns De toverberg: ze verbindt het kleine met het grote, altijd met haar kenmerkende combinatie van verwondering, intelligente humor en elegante precisie.