niet beschikbaar
Het viel wel zo tegen op zolder, want het was snerpend koud en vuur was er niet. De hele zondag steeg het water. De duif die hoog aan de wand in de kamer hing riep steeds maar door, de hele dag. Tot helaas het water zo hoog kwam dat we het beestje niet meer hoorden. Moeder zat bij het zolderraam naar buiten te staren. Het was net of ze niet bewegen kon. Iedere keer zag ze een koe of een paard verdrinken. Ook de biggen die buurman Toon in de kar had geladen omdat hij toen nog hoopte dat het allemaal wel mee zou vallen verdronken allemaal. 't was nu zondagmiddag. Ik voelde met mijn in een gaatje van de zolder. Mijn vinger bleef welliswaar droog, maar het water stond nu toch tegen de balken. In het trapgat dreef een emaille schoteltje, dat zachtjes tegen het zolderluik bonkte."Hoe moet dat nu"? vroegen wij ons angstig af?
×