Fragment
Pandoeris schraapte zijn keel, haalde diep adem en begon onzeker aan de ingewikkelde toverspreuk.
BANG! De eerste baksteen kletterde al op de vloer.
Pandoeris stotterde even maar hakkelde dapper verder.
Hij was nu halverwege en moest zelfs zijn stem verheffen om nog boven het lawaai van de naar beneden kletterende bakstenen uit te komen.
Eindelijk was hij schreeuwend bij het laatste toverwoord beland.
Enigszins beduusd sloeg hij het toverboek dicht en nam zich voor om nooit meer stiekem te toveren.
BANG! Een laatste baksteen viel naar beneden en kwam zó hard op de tafel terecht dat hij er een gat in beukte en er halverwege in bleef steken.
Pandoeris keek geschrokken naar het steenrode gevaarte en vroeg zich af of het misschien niet beter was om maar helemáál met toveren te stoppen.
Nadat het een tijdje stil was gebleven, schoof hij enige stenen opzij zodat hij onder de tafel vandaan kon komen.
Op handen en voeten kroop hij over de stenen naar de boekenplank en zette het toverboek op zijn plaats terug.
Zuchtend ging hij op een bergje stenen zitten en keek zorgelijk om zich heen.
Het huisje van Eleanora had inmiddels meer weg van een steenbakkerij na een aardbeving dan van een woonhuis en Pandoeris besefte dat hij die stenen nooit op tijd weg zou kunnen krijgen.
Als zijn tante straks weer thuis zou komen, zou er wat voor hem zwaaien.
Plotseling hoorde hij geluiden bij de voordeur.
×