Fragment
Ik vertrek zoals gebruikelijk rond kwart voor zeven van huis. Even voor zeven uur rijd ik langs het hoofdkantoor het parkeerterrein op. Mijn dagindeling heeft op werkdagen een vast ritme. Dat geldt ook voor andere mensen. Vrijwel elke morgen passeer ik bij aankomst bij de bank een schattig meisje dat naar de lagere school gaat. Ik vermoed dat ze de dochter is van een medewerker van de bank en met haar vader of moeder meerijdt en daarvandaan naar school loopt. De meeste werknemers van de bank beginnen om zeven uur. De lestijden van de lagere scholen in Suriname zijn van halfacht tot halfeen. Het meisje loopt de parkeerplaats af, op weg naar de school die hier vlakbij is. Ze draagt, zoals gebruikelijk in Suriname, een schooluniform, jeans en een groen-wit geruite bloes. In haar gevlochten haar heeft ze gekleurde kraaltjes. Ze loopt dromerig en speels al balancerend over de stoeprand langs de inrit van de parkeerplaats en heeft een binnenpretje. Wanneer ik haar zie, vraag ik mij af welke kansen ze heeft in het land waarin ze opgroeit. Hoe zal Suriname ervoor staan wanneer ze van school komt? Ik hoop er het beste van en merk dat het kleine meisje met de kraaltjes in het haar het begin van mijn dag opfleurt. Ik ga er vandaag weer wat moois van maken.
×