Samenvatting
Gerrit Lotgering werd geboren in Amsterdam in 1844 in een arm timmermansgezin. Toen hij tien jaar was moest hij zelf werk zoeken. Na een aantal mislukte baantjes vertrok hij vier jaar later als kinderemigrant naar Zuid-Afrika. Hij was een van de bijna vierhonderd kinderen die in deze jaren via de Commissie ter Overzending van Jongelieden als Dienstboden naar Kaap de Goede Hoop naar Zuid-Afrika werden overgevaren, als bijdrage tot de armoedebestrijding in Nederland. Ze kregen kleding, beddengoed, een kist voor hun spullen en een gratis overtocht in ruil voor tweeënhalf jaar loon. In Zuid-Afrika werkten ze onder de hoede van deze liefdadige instelling. Gerrit beschrijft zijn reis op het zeilschip de Henrietta uitvoerig. Na aankomst verbleef hij twaalf jaar in Zuid-Afrika en werkte voor verschillende bazen. Hij keerde terug aan boord van het grootste stoomschip dat toen de zee bevoer, de Great Eastern. In Amsterdam ging hij aan de slag als timmerman en werkte zich op tot aannemer. Hij bouwde veel huizen in de nieuwe uitbreidingen van Amsterdam rond 1900. In zijn autobiografie schrijft hij over zijn jeugd in armoede, wat een uniek beeld geeft van het leven aan de onderkant van de samenleving rond 1850. Hij schrijft uitgebreid over zijn jaren in Zuid-Afrika met veel aandacht voor de mensen en de natuur. Hij beschrijft reizen naar het binnenland onder meer tochten naar Graaf-Reinett en Winterhoek Mountain. Ook vertelt hij over zijn tocht aan boord van een zeilschip naar de Crozeteilanden om zeeolifanten te jagen. Deze autobiografie van Gerrit Lotgering is niet alleen een avontuurlijk relaas, maar geeft ook veel informaatie over veel onbekende aspecten van het leven in Amsterdam en in Zuid-Afrika in de negentiende eeuw en het reizen aan boord van zeil- en stoomschepen.