Samenvatting
In oktober 1971 bracht de vader van Michal Citroen zijn dochter naar de plek waar hij was opgegroeid. Hij wees haar het huis en vertelde over de noodlottige dag dat de Duitsers kwamen. Vanaf dat moment stond hij er alleen voor en moest hij op zoek naar “een adres”. Ongeveer 25.000 joden waren tijdens de oorlog op zoek naar een adres – levensreddend voor hen die, ondanks alle dwang, oproepen voor deportatie wilden negeren. In dit boek beschrijft Michal Citroen hun geschiedenis. Gebruikmakend van getuigenverslagen vertelt ze de verhalen van onmacht, wanhoop, verraad, angst en bedrog. Maar ook van moed, daadkracht, lef en hulp. Ze beschrijft hoe de bezetter stap voor stap allerlei antijoodse maatregelen invoerde, waarom zovelen niet onderdoken – ze ontkracht de “makke schapen-theorie” – , wat de rol van de Joodse Raad was en voor welke uitdagingen de ondergedoken joden zich gesteld zagen. Met ‘Een adres’ beschrijft Michal Citroen een allesomvattende en verbijsterende geschiedenis van de onderduik van de Nederlandse joden in oorlogstijd.