Samenvatting
Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog kon je in Duitsland 500 miljard eieren kopen voor dezelfde geldsom als waarmee je vijf jaar later, in 1923, nog één ei kon kopen. Vóór Wall Street en Euronext was de beurs een Brugse herberg waar handelaars verzamelden. En economische modellen zijn als een wegenkaart: niet alles staat erop, om net het belangrijkste te beklemtonen. Wat leert de schijnbaar perfecte harmonie van een zingend concertpubliek ons over de markt? Waarom hebben landen met een hamburgerrestaurant van McDonald’s elkaar bijna nog nooit de oorlog verklaard? En waarom blijven we dat ongemakkelijke azertyklavier gebruiken? Dit boek toont je hoe iedereen de wereld van geld, werk en bedrijven eigenlijk al snapt, omdat we de wereld van de alledaagse dingen kennen. Aan de hand van toegankelijke anekdotes rond wat we dagelijks om ons heen zien, toont Bart Haeck dat economie niet iets abstracts, iets moeilijks, of ‘iets met cijfers’ is. We leven er middenin, iedere dag opnieuw.