Samenvatting
Duizend Dagen Indië is het verhaal dat Jan van Trigt optekende, toen hij in 1945 naar Nederlands-Indië ging met het 8e bataljon Stoottroepen. Tijdens de oorlogsjaren zat hij ondergedoken om aan tewerkstelling in Duitsland te ontkomen, raakte betrokken bij het verzet en werd lid van de Binnenlandse Strijdkrachten. Hij meldde zich aan als oorlogsvrijwilliger, om als 22 jarige, via Engeland en Singapore naar Celebes, Bali en Sumatra te trekken. Een reis die uiteindelijk bijna drie jaar zou duren.
Hij zette vanaf zijn vertrek uit Nederland zijn ervaringen op papier en hield dat vol tot hij terug was, thuis in Rotterdam. Hij beschreef de reis op de overvolle Alcantara, de verschillende karakters van de mannen, de kameraadschap, zijn contacten met de Indische bevolking, de slag om Palembang en de Eerste Politionele Actie op indringende wijze. Zijn persoonlijke belevenissen, het wachten en de verveling, de grote en kleine triomfen en frustraties en het drama van de dekolonisatie wisselen elkaar voortdurend af.
Duizend Dagen Indië is een openhartig dagboek, geschreven zonder blad voor de mond. Het is bewerkt door Inge Wolters - van Trigt (dochter van Jan van Trigt) en Tom Visser.