Samenvatting
De laatste echte grootschalige ramp in Nederland was de watersnood van 1953. De gehele provincie Zeeland, het zuiden van Zuid-Holland en het westen van Noord-Brabant waren aan een zware overstroming ten prooi gevallen. Het was een vreselijke ramp waarbij honderden doden, gewonden en ontheemden te betreuren vielen. Om herhaling van een watersnood te voorkomen werden de Deltawerken gebouwd zodat we voor eens en altijd beschermd waren tegen de grillen van de zee. “Maar zijn we nu wel veilig,” vroeg Pierre van den Berg zich openlijk af. Hij dacht hierbij aan de alarmerende rapporten over de wantoestanden bij de Belgische kerncentrale Doel. Denkende aan wat de kernrampen in het Oekraïense Tsjernobyl en het Japanse Fukushima voor gevolgen hadden, baarden deze berichten hem zorgen. Wat Pierre niet kon weten was dat zijn voorgevoel terecht was. Ondanks dat de Belgische autoriteiten niet ingrepen en de signalen bagatelliseerde werd de situatie met de dag kritieker. Het was niet meer de vraag of er een ramp zou uitbreken, maar meer wanneer! Men begon de beseffen dat de geest uit de fles was en de tijdklok tikte verder, tik, tik……………………