Samenvatting
Een jonge Franse vrouw ANNE PHILIPE maakte in 1948 een reis per vliegtuig, per autobus en per karavaan, die haar letterlijk door het hart van Azië voerde. Naarmate zij dichter tot dit hart doordrong, werden de vervoermiddelen primitiever. Het laatste gedeelte heeft zij afgelegd per karavaan, met kamelen, paardjes en ezels, de wijze van vervoer die zolang mensenheugenis bestaat wordt toegepast.
Haar reis voerde haar eerst per vliegtuig van Nanking in het uiterste oosten naar Oeroemtsji in het verre westen, in de provincie Sin-Kiang, en vandaar per vrachtauto en per karavaan in zuidwestelijke richting langs de westgrens van China naar Kasjgar en naar Pesjawar in Kasjmir. Dit was de weg die eeuwen geleden door Marco Polo werd gevolgd en die de 'weg van de zijde' werd genoemd ter herinnering aan de kostbare stoffen en zeldzame specerijen die uit China naar het weelderige Westen werden vervoerd en verhandeld.
De oorlog woedde reeds in China en de omwenteling stond voor de deur. Anne Philipe reisde daarom in meer dan één zin op de grens van oud en nieuw en zij toont een grote gevoeligheid voor de sfeer der veranderingen die zich in dit sedert duizenden jaren onveranderlijk gebied voltrekken. Zij schreef haar dagboek, heet van de naald, en zij tekent haar ervaringen op met het landschap, met de mensen en hun levenswijzen en met de dieren die zoveel te lijden hebben in Azië; zij doet dit fris, nooit oppervlakkig, charmant en vol sympathie. De inleider, een Fransman, schrijft: ik wou dat ik een boek over Frankrijk kon schrijven, zoals Anne Philipe over haar reis door het hart van Azië.