Samenvatting
Ze woont in een huisje vol met boeken. Honderdduizend, op zijn minst. Ze liggen opgestapeld langs de muren: boeken vol sprookjes en verhalen, atlassen en woordenboeken. Maar niemand die het weet, want in het dorp verderop is er niemand die haar kent. Totdat het herfst wordt. De stormwind waait over de daken van het dorp. Willibrord hoort iets schuifelen over de dakpannen. Wat vreemd, het lijkt wel alsof iemand zich staande probeert te houden in de herfststorm... Dit is het verhaal van een rebels meisje en een dappere jongen. Dit gaat over verdwalen in de bossen, over een dorp vol bijgeloof en een vreemde stad vol spiegels. En wie zijn toch die nimfen, die je vanachter de rietkragen hoort zingen?