Samenvatting
Met enkel zichzelf als gezelschap reist Johan de Boose in Dondersteen dwars door de VS. Hij is op weg naar de navel van de wereld, een oeroud landschap in Utah, om zijn overleden vader een laatste saluut te brengen. Halverwege houdt hij halt in Gardner, het door God verlaten stadje waar zijn boezemvriend en zwager Gary begraven ligt.
Al reizende spit Johan door zijn geheugen in een poging de herinneringen aan zijn overleden dierbaren in leven te houden. Zo ontstaat een rijkgeschakeerd portret van zijn vader, een amateurnatuurkundige die in gedachten de wereld bereisde, maar in werkelijkheid zijn werkkamer nauwelijks verliet. En ook Gary krijgt gestalte, als Johans drinkebroeder, een duisterder versie van hemzelf met wie het fataal afliep.
Dondersteen is een wondermooie roman vol warme melancholie over het omgaan met verlies. Het is een zoektocht naar verwantschap op een eenzame planeet en een fonkelend monument van een schrijvende zoon voor zijn vader.