Samenvatting
Er klinkt een schuivend geluid. Het gordijn fladdert als een spook. Iets valt met een klap van de vensterbank op de verwarming. `Kledéng! Dóiiing! Een paar kinderen gillen van schrik. Iedereen springt op, juf Sybille ook. `Wat gebeurt daar? Wie komt daar door het raam? schreeuwt ze. Ze grijpt haar liniaal. `Wegwezen! Hier valt niets te roven. Hier zijn alleen maar kinderen! Wendolien wijst. `Wáááh! gilt ze. `Dáár! Daar ligt iemand, ik zie een arm! Dani en Jan Donder zijn sinds kort buren en komen naast elkaar in de klas te zitten. Dat ze dezelfde achternaam hebben is héél ongewoon. En dat terwijl ze nu juist allebei graag eens een gewoon, gehoorzaam en net kind willen zijn. Op weg naar school vinden ze in een vuilnisbak de arm van een etalagepop. Daar kunnen we lol mee hebben, denken ze. Maar dat valt tegen. De arm verdwijnt en verschijnt steeds onverwachts, en geeft alleen maar last. De twee nieuwe vrienden moeten het rotding kwijt want zo lukt het zeker niet om gewóón te zijn. Donders!