€ 29,95

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Dochter van de dood

Wetten van de onderwereld

M.Bierenbroodspot • Boek • hardback

  • Samenvatting
    " De dood komt voor ons allen. Voor de een zachtjes voor de ander vol angst en geweld. Dit alles wordt bepaald door de oogsters. En hun ziekelijke voorkeuren. Want als je eenmaal begind met jagen slaat de hitte toe, en is de oogster verloren"



    Tuva, de eerste dochter van de Dood, draagt een ondraaglijke last. Haar vader verwacht dat ze hem opvolgt als heerser van de onderwereld en dat ze zich aansluit bij de Oogsters, in voorbereiding op haar toekomstige rol. Maar Tuva heeft andere verlangens. Het enige wat ze wil, is ontsnappen aan haar lot en een leven onder de mensen leiden. Vooral wanneer ze de mysterieuze en stoere Mazekeen ontmoet, raakt Tuva verloren in de overweldigende, menselijke gevoelens van liefde.



    Alles verandert wanneer Mazekeen door haar vader wordt weggevoerd naar het rijk van de doden. Voor Tuva is er nog maar één weg: ze moet zelf Oogster worden. Alleen zo kan ze Mazekeen beschermen en haar veilig houden in de onderwereld. Maar de verleiding van het oogsten is groot, en Tuva weet dat eenmaal begonnen, er geen weg terug is.



    Kan ze haar liefde redden zonder haar eigen menselijkheid te verliezen? En wat als Mazekeen ontdekt wat Tuva werkelijk is—een zielloos wezen, gevangen tussen leven en dood?



    en verhaal vol duistere intriges, onmogelijke keuzes en de kracht van ware liefde. Perfect voor liefhebbers van epische fantasy, complexe personages en de strijd tussen licht en schaduw.
  • Productinformatie
    Binding : Hardback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 148mm x 210mm
    Aantal pagina's : 379
    Uitgeverij : fantasy publishing
    ISBN : 9789465113661
    Datum publicatie : 11-2024
  • Inhoudsopgave
    niet beschikbaar
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 29,95

niet beschikbaar

niet beschikbaar



3-4 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

De lucht is strakblauw, zonder een wolkje in zicht, en het geluid van een voorbijrazende zwevende auto verstoort voor even de stilte. Ik loop rustig door de straten van de onderwereld, kijkend naar de skyline van de stad die zich onder me uitstrekt. De torens, glanzend van zwart metaal en glas, reflecteren het eeuwige licht van de felle kunstmatige zonnen die de onderwereld verlichten. Ik haal diep adem, alsof ik hoop iets van de warmte en het leven van de sterfelijke wereld te voelen, maar de lucht hier is kil en steriel, zoals altijd. Mijn vader heeft altijd gezegd dat de onderwereld een weerspiegeling is van het menselijke bestaan, maar dan zonder de chaos en rommel. Alles hier is strak georganiseerd, perfect, efficiënt—en doods. Alles voelt alsof het in stasis is. Niets verandert, behalve de technologie die steeds verder evolueert, en zelfs dat gaat volgens een geplande, gecontroleerde weg. De zwevende auto's, de holografische billboards, en de neonlichten die elke straatlijn markeren—het is allemaal prachtig, futuristisch, en toch... levenloos. En terwijl ik door de stad loop, voel ik de huid die ik draag strakker om mijn echte vorm
6zitten. Een menselijk omhulsel, niets meer dan een schilletje dat mij in de sterfelijke wereld normaal zou laten lijken. Hier, in de onderwereld, weten de meesten wel beter. Ik strijk met mijn hand langs mijn hals, voel de grens tussen de huid en wat eronder ligt. Het is vreemd hoe gewend ik ben geraakt aan deze façade, alsof ik werkelijk deel uitmaak van de sterfelijke wereld, terwijl ik hier, te midden van al deze demonen, maar al te goed weet wat ik werkelijk ben. Langs de straat staan hoge, glanzende gebouwen, hun oppervlak glad en reflecterend, alsof ze elke vorm van leven willen afstoten. Demonen in dure maatpakken lopen kalm langs me heen, druk in gesprek of starend naar de schermen van hun apparaten. Sommigen van hen zijn op aarde ongetwijfeld beroemdheden —politici, artiesten, zakenmensen. Mensen die de wereld leiden, terwijl ze hun ware aard achter een dunne menselijke façade verbergen. Hier, in de stad van de dood, dragen ze die vermomming nog steeds, alsof het hun tweede natuur is geworden. Ik herken een paar van hen. Een demon in een driedelig pak met glanzend zwarte ogen en een te perfect gekapte haardos die me toeknikt terwijl hij langsloopt. Zijn gelaat komt me bekend voor. Ooit zag ik hem op het scherm in de wereld van de levenden, een invloedrijke leider die miljoenen mensen inspireerde. In werkelijkheid is hij een van de hooggeplaatste demonen van de onderwereld, een meester in manipulatie. Zijn naam op aarde is bekend bij iedereen, maar hier... hier kennen ze hem simpelweg als Arak'nir. "Tuva," zegt hij, zijn stem glad als olie terwijl hij me passeert. "Blijf je nog lang bij ons, of zoek je weer de mensenwereld op?" "Ik weet
7het nog niet," antwoord ik terwijl ik mijn blik afwend. Arak'nir is niet iemand met wie je veel woorden wisselt als je dat kunt vermijden. Hij buigt licht zijn hoofd, zijn ogen flikkerend met iets dat tussen nieuwsgierigheid en spot in hangt, en loopt dan verder, zijn aandacht al weer gericht op de volgende figuur die hij moet ontmoeten. De straat voor me opent zich naar een brede boulevard met zwevende holografische borden die reclames tonen—niet voor producten, maar voor zielen. "Win een ziel!" schreeuwt een van de borden. "Een nieuwe kans op leven, enkel een kwestie van de juiste prijs." Het maakt me altijd ongemakkelijk, die openlijke handel in zielen. Ik loop door zonder er verder naar te kijken. Een demonische vrouw in een perfect gesneden witte mantel komt me tegemoet, haar hoge hakken tikken ritmisch op de metalen grond. Ze glimlacht naar me, haar ogen verscholen achter een dunne zwarte bril, en ik weet dat onder die glimlach een roofdier schuilt dat slechts een moment van zwakte nodig heeft om toe te slaan. Ze knikt beleefd en loopt me voorbij, haar verschijning net zo ijzig als het marmer van de gebouwen om ons heen. Ook zij is een van hen—een van die beroemde gezichten uit de sterfelijke wereld, altijd zichtbaar op de voorpagina’s, maar hier... een demon in haar ware aard. Ik blijf even staan en staar naar mijn reflectie in een van de ramen. Een jonge vrouw met lang zwart haar en lichtblauwe ogen kijkt me terug aan. Dit is niet wie ik werkelijk ben. Dit is de huid die ik draag, het masker dat me door de sterfelijke wereld laat bewegen zonder argwaan te wekken. Maar onder deze huid... ben ik zoveel anders. Ik weet niet zeker waarom ik het draag,
8zelfs hier, in mijn eigen wereld. Misschien omdat ik nooit echt heb gewild dat iemand mijn ware aard zou zien, zelfs niet de anderen die net zo zijn als ik. Misschien omdat ik altijd een beetje heb gehoopt dat ik een ander leven zou kunnen leiden, een leven ver van hier, waar ik niet opgeslokt word door de verwachtingen van mijn vader en mijn lot. Ik begin weer te lopen, mijn gedachten drijven af naar de sterfelijke wereld boven ons. Mensen. Zielen. Het leven dat ze leiden, de warmte die ze voelen, de vreugde, de pijn. Alles wat ik ooit zou willen ervaren maar nooit helemaal kan. Ik heb eeuwen tussen hen door gelopen, gezien hoe ze lachen, huilen, liefhebben, en sterven, maar ik ben altijd een buitenstaander gebleven. Terwijl ik verder loop, doemen in de verte de Zielenpoort en de toren van de oogsters op. Hoog, dreigend, en een constante herinnering aan wat me te wachten staat. Mijn lot, mijn plicht. Maar hier, nu, loop ik nog vrij. Nog geen oogster, nog geen gevangene van de Dood. Maar hoe lang kan ik blijven vluchten? De stad gaat verder, de demonen gaan verder, hun levens strak geregisseerd en gecontroleerd. Maar ik... ik wil meer De lucht in de onderwereld voelt zwaarder dan normaal. Het is alsof elke ademhaling dieper moet gaan om voldoende zuurstof te vinden in deze steriele omgeving. Maar het is niet alleen de lucht—het is de spanning die ik in mezelf voel, de druk van de boodschap die ik eerder vandaag ontving. Mijn vader heeft me naar de toren geroepen. En dit keer is het anders. Geen vriendelijke oproep, geen vraag, maar een bevel. Mijn stappen zijn langzaam en voorzichtig terwijl ik door de straten beweeg. De Zielenpoort komt steeds dichterbij, de toren
9rijst als een imposante, dreigende schaduw boven de stad uit. Het gebouw is anders dan de rest van de onderwereld. Terwijl de stad met zijn strakke lijnen en glas altijd een vleugje moderniteit en leven probeert uit te stralen, is de toren van mijn vader iets compleet anders. Het glanzende zwarte metaal lijkt elk sprankje licht op te slokken, alsof het zelfs weigert de illusie van leven of warmte te weerspiegelen. Ik stop voor de brede deuren, en zonder dat ik mijn hand hoef uit te steken, glijden ze open. De lucht die me tegemoetkomt is kil, ijskoud, en doet mijn huid samentrekken. Het voelt alsof ik een drempel overga waar ik niet meer van terug kan keren. Alsof, wanneer ik deze plek betreed, het laatste restje vrijheid dat ik nog voel voorgoed zal verdwijnen. De hal is leeg, de ruimte om me heen echoot met mijn zachte voetstappen. De blauwe gloed van de lichten die langs de muren hangen werpt een onnatuurlijk, steriel licht op alles. Het voelt bijna als een plek zonder tijd— geen verleden, geen toekomst, alleen het hier en nu, in een oneindige leegte. ×
SERVICE
Contact
 
Vragen