Samenvatting
Tien procent van alle studenten kampt met studieproblemen, ongeacht de opleiding. In dit boek beschrijft Rien Heijne zijn ervaring met het begeleiden van studenten in het hoger beroepsonderwijs. Hij geeft aan hoe hij studenten bereikt die niet de gewenste verhouding tussen inspanning en resultaat halen, ondanks alle impulsen van en aansturing door hun opleiding.Studieproblemen blijken zich op drie niveaus af te spelen: de concrete vaardigheden, de opvattingen over leren en doceren en zelfwaardering. Het begeleidingstraject dat Heijne in dit boek beschrijft, illustreert deze niveaus en hun onderlinge samenhang en maakt duidelijk hoe studenten effectiever kunnen worden begeleid.De auteur aarzelt niet af en toe zijn vinger op zere plekken te leggen. Zo is het geboden onderwijs voor de student een gegeven, maar onderdelen ervan ontwikkelen niet altijd de beoogde competenties. Heijne signaleert dit niet alleen, maar geeft ook aan hoe het standaardcurriculum kan worden aangepast zodat bijeenkomsten voor veel studenten een meer uitdagend karakter krijgen.Kortom: dit boek inspireert docenten ook reguliere begeleidingstaken meer diepgang te geven en de ontwikkeling van metacognitieve vaardigheden bij hun studenten te bevorderen.