Samenvatting
Als de vrouw en de dochter van Basilius om het leven zijn gekomen, hij alleen met zijn kleinzoon is achtergebleven, probeert hij met het kind te overleven door het vertellen van ridderverhalen. Basilius heeft alles over voor het kind, maar hij begrijpt niet dat hij hem niet boeien kan met oude verhalen. Als hij ook zijn baan verliest, gaat hij twijfelen aan zijn eigen culturele waarden. De jongen staat op het punt naar de middelbare school te gaan. Daar dreigt een "stammenoorlog" uit te breken en vindt hij intimidatie, vandalisme en verruwing. Toch ontmoet hij er een vriend: Hamid. Maar hij vlucht in games, waar hij dag en nacht mee bezig is. Vervreemding dreigt, vooral omdat hij zijn opa niet meeneemt in het spel. Opa kan hem toch niet meer beschermen. Ook Basilius houdt iets achter: hij kan er niet toe komen te praten over de dood van zijn dochter. Uiteindelijk vinden zij elkaar weer, als Basilius ervaart dat ook de digitale werkelijkheid van zijn kleinzoon poëzie is.