Samenvatting
Flaptekst
De onderwijsresultaten van leerlingen uit Turkse en Marokkaanse gezinnen zijn de laatste jaren weliswaar verbeterd maar blijven nog steeds achter bij die van autochtoon-Nederlandse leerlingen. Dit geldt ook voor de de scores op de jaarlijkse Cito Eindtoets Basisonderwijs. Leerlingkenmerken als etniciteit en sociaaleconomische achtergrond van de ouders zijn belangrijke verklaringen voor deze verschillen in onderwijsprestaties. Een andere oorzaak daarvoor zou echter ook gelegen kunnen zijn in het feit dat toetsen specifieke kenmerken kunnen bezitten die onbedoeld nadelig uitpakken voor leerlingen uit de genoemde etnische minderheidsgroepen. Uit internationaal en Nederlands onderzoek komt naar voren dat heel wat toetsen opgaven met dergelijke onbedoelde moeilijkheden voor subgroepen van leerlingen bevatten. Dit verschijnsel wordt aangeduid met de term Differential Item Functioning. Daarmee wordt bedoeld dat leerlingen met een vergelijkbaar prestatieniveau toch een ongelijke kans hebben om een opgave goed te beantwoorden. In deze studie wordt nagegaan of en in welke mate de Cito Eindtoets Basisonderwijs opgaven bevat die onbedoeld in het voordeel of nadeel werken van leerlingen van Turkse en Marokkaanse afkomst. Tevens is daarbij onderzocht welke inhoudelijke oorzaken ten grondslag liggen aan deze ongewenste differentiatie en wordt aangegeven hoe deze onbedoelde moeilijkheden in toekomstige toetsen vermeden kunnen worden.