Samenvatting
Vanouds heeft verlichting het doel nagestreefd bij de mensen de vrees weg te nemen en hen als heer en meester te laten optreden. Maar de volledig verlichte aarde straalt in het teken van triomferend onheil.’ Dialectiek van de Verlichting geldt als sleutelwerk in het denken van Kritische Theorie van de ‘Frankfurter Schule’. Van Homerus tot Nietzsche biedt het een filosofische en psychologische kritiek van de grondbegrippen van het westerse denken: rede en natuur. Elke stap voorwaarts in de beschaving betekende tevens een onderdrukking van het vermogen van mensen een vrij en ongeschonden leven te leiden, zo luidt de centrale stelling in deze magistrale tekst. Horkheimer en Adorno onderzoeken de vraag naar de oorsprong en ontwikkeling van het Verlichtingsdenken, gesteld tegen de achtergrond van het nazisme en de Tweede Wereldoorlog. Dialectiek van de Verlichting besluit met een radicale kritiek op de ‘cultuurindustrie’ van het laatkapitalisme. Het boek heeft een grote invloed gehad op tal van filosofen, zoals Arendt, Jaspers, Sartre en Habermas. Max Horkheimer (1895-1973) was een Joods-Duitse socioloog en filosoof. Hij was een vooraanstaande figuur in de Frankfurter Schule, ontstaan uit een groep marxistisch georiënteerde filosofen en sociologen rond het Institut für Sozialforschung, waarvan hij in 1930 directeur werd. Na 1933 (het jaar van de machtsovername van Hitler) zette hij het werk van het instituut voort in de Verenigde Staten, tot het in 1949 in Frankfurt heropgericht werd. Theodor W. Adorno (1903-1969) studeerde in Frankfurt filosofie, sociologie, psychologie en muziekwetenschap. Tijdens zijn studietijd raakte hij bevriend met Max Horkheimer en Walter Benjamin. Met hen wordt Adorno tot de belangrijkste vertegenwoordigers van de Frankfurter Schule gerekend.