Samenvatting
Francisco droomt dat hij de beste schoenpoetser van Nicaragua zal worden. Tot aan de kathedraal op het grote plein in León zullen de mensen voor hem in de rij staan!
Maar zijn leven ziet er anders uit. 's Morgens gaat Francisco naar school en 's middags sprokkelt hij hout voor een vuurtje, zodat zijn oma eten kan koken.
In de weinige tijd die over is, helpt hij zijn moeder op de markt met het verkopen van tortillas of past op zijn zusjes. Als zijn broers opgeroepen worden voor militaire dienst, moet Francisco van school af om zijn vader te helpen in de leerlooierij. Het is zwaar werk, maar Chico, want zo noemen ze hem, zeurt niet. Hij heeft een vader, een moeder en een oma die spookverhalen vertelt en hij krijgt iedere dag rijst met bonen. Er zijn kinderen die het
moeilijker hebben, die wonen op de vuilnisbelt en zoeken hun eten tussen het afval.
Dan, als Francisco twaalf jaar is, barst de Cerro Negro uit. De zwarte vulkaan bedekt de stad León onder een dikke laag zand.
Francisco bindt oude lappen voor zijn gezicht om zijn mond en ogen te beschermen en helpt vegen.
Hij brengt zijn kuikens in veiligheid en zet ze in een kooi van bamboe onder zijn bed.
En dat is maar goed ook, want daardoor verandert zijn leven pas echt!