Samenvatting
Tijdens het opruimen herinnerde ik me dat ik een aantal jeugdfoto’s van mijn broer en zus mee wilde nemen.
Skypen konden we elke dag, maar onze jeugdfoto’s waren mijn meest waardevolle bezit, zoals het hebben van een heel lieve broer en zus. Dus ik opende de allerlaatste la van het dressoir waar mijn moeder haar dure porselein en foto’s bewaarde. Haar porselein lag daar stof te verzamelen, maar onze foto’s waren netjes opgeruimd in een mooi doosje. Ik opende het doosje en nam een aantal foto’s waar wij met zijn drieën op stonden.
Toen viel mijn oog op een heel vreemd boek. Alle bladeren waren geel, sommige eruit gescheurd, en toen ik het oppakte vielen daaruit drie nog gesloten brieven in envelop, en een huissleutel. Alle drie waren geadresseerd aan mijn moeder. Ik opende het boek en op de eerste bladzijde stond een datum van dertig jaar terug. Uit nieuwsgierigheid nam ik het allemaal mee naar mijn kamer.
Ik bladerde verder en de zin die mij erg opviel was: Ze zeggen dat bloed is dikker dan water, maar soms zijn je dodelijkste vijanden je naaste familieleden.
Dat was reden genoeg om verder met veel interesse de inhoud van dit boek te gaan lezen. In een paar uur de tijd was ik haast door het boek heen, maar ik kwam op het punt dat er bladzijdes uitgescheurd waren en dat het daardoor onleesbaar was geworden. Ik was verbijsterd over de inhoud....
Het was maar slechts een dagboek...Het was kwestie van tijd dat het gevonden zou worden....En daarmee kwamen alle demonen van het verleden weer naar de oppervlakte...