Fragment
Kijk maar eens naar een heel gewoon, alledaags gesprek tussen twee mensen. Wat een leiderschapskwaliteiten heb je nodig voor een goed gesprek! Je weet wat je wilt zeggen en je vindt daar woorden voor. Je motiveert jouw gesprekspartner om op jou te reageren. Je kiest het juiste moment uit om het woord te nemen, want je schat de kans dat hetgeen jij zegt precies op dat moment het meest effectief is. Je houdt je mond als dat gepast is. Daarmee draag je bij aan een balans van spreken en luisteren voor beide partijen. Je stelt goede vragen en daarmee help je de ander tevoorschijn te komen met zijn herinnering, zijn mening, zijn gevoel, zijn verlangen. Je geeft jouw opvattingen om zelf ook zichtbaar en herkenbaar te worden. Je weet te onderscheiden tussen debat, dialoog, smalltalk, tussen ernst en spel en daarmee beweeg je je soepel en improviserend door de verschillende sfeermomenten heen die een gesprek kan hebben. Je wekt aandacht en weet die vast te houden en zo vorm je voor de duur van het gesprek met die ander een kleine, tijdelijke gemeenschap. Je bereikt je doel en je komt tot een afronding waardoor je beiden weer over kunt gaan naar de volgende fase van de dag. (pagina 16)
×