Samenvatting
Dit boek is het vervolg op 'De Negende Koning', dat over mannen en mannelijke goden handelde. Het vroeg daarmee als vanzelf om een vrouwelijk vervolg. De auteur geeft een fascinerende analyse van de rol van de Vrouwe en het vrouwelijke in de geschiedenis van jodendom en christendom. Aan de ene kant heeft de kerkgeschiedenis een schokkende onderdrukking van de vrouw te zien gegeven, waarvan het christendom zich in de twintigste eeuw enigszins begint te herstellen. Anderzijds is al vroeg in de kerkgeschiedenis de antieke Moedergodin de christelijke kerken binnengedrongen in de gedaante van Madonna. Deze gestalte begint in onze dagen al te versmelten met de 'grote hoer' uit het boek Openbaring. Dit boek beschrijft de cultuurhistorische en godsdienstfenomenologische achtergronden bij de discussie over de plaats van de vrouw in de kerk. De auteur begint bij de eerste koningin, Sophia (Vrouwe Wijsheid), en komt via Eva, Sion, de Oermoeder, de Madonna en Vrouwe Mysterion tot de zevende koningin, Vrouwe Ekklesia, de ware christelijke kerk. Zij is de eeuwige bruid en echtgenote van Hem, naar wie het vorige boek toewerkte: Christus, de negende Koning. Prof. dr. Willem J. Ouweneel (1944) is gepromoveerd in de biologie (1970), de filosofie (1986) en de theologie (1993). Hij is hoogleraar systematische theologie aan de Evangelische Theologische Faculteit te Leuven (B.) en voltooide zojuist zijn twaalfdelige dogmatische reeks. Hij spreekt en schrijft veel over wijsgerige, theologische en cultuurhistorische onderwerpen.