Samenvatting
De witte dood gaat over een geschiedenis van de tuberculose in Nederland en in de wereld. Van alle besmettelijke ziekten waarmee de mensheid in haar bestaan werd geconfronteerd heeft de tuberculose vermoedelijk de meeste slachtoffers opgeëist. We lezen hoe epidemieën van pest, cholera, pokken en tyfus miljoenen in de dood meeslepen, maar zelden lezen we over een epidemie van tuberculose. Tuberculose was er namelijk altijd. Het aantal zieken en doden door tuberculose had de neiging toe te nemen in tijden van oorlog en/of hongersnood, maar ook in tijden van vrede en overvloed begeleidde deze ziekte de mens, vormloos, dreigend, en altijd aanwezig. Ook in Nederland; het aantal tuberculosedoden hier wordt alleen al sinds het begin van het Koninkrijk der Nederlanden geschat op meer dan anderhalf miljoen. In Nederland is de tuberculose wel bedwongen, maar niet verdwenen. Wereldwijd woedt de ziekte nog altijd. Volgens gegevens van de Wereldgezondheidsorganisatie sterven er over de hele wereld momenteel vier tot vijfduizend mensen per dag aan tuberculose, 1.5 tot 1.7 miljoen per jaar. Andere bronnen schatten het aantal jaarlijkse doden op wereldniveau nog hoger, tot drie miljoen toe. Ongeveer een derde van de wereldbevolking is besmet met de tuberculosebacterie. En wat met name zorg geeft is het verschijnsel van de toenemende resistentie van de tuberculosebacterie tegen de gangbare geneesmiddelen. Tuberculose is niet verslagen maar is bezig aan een nieuwe opmars, en het is nog maar de vraag of de medische wetenschap erin zal slagen deze ontwikkeling voor te blijven.