Samenvatting
Deze uitgave bevat merendeels niet eerder vertaalde voordrachten, waarin Rudolf Steiner spreekt over het leven na de dood en de verbinding tussen levenden en gestorvenen. Op haar reis door de planetaire sferen na de dood doet de ziel zeer verschillende ervaringen op. De eigenschappen die op aarde zijn verworven, bepalen het karakter en de rijkdom van deze ervaringen. Verbondenheid met andere zielen en met de hogere hiërarchieën, maar ook eenzaamheid komt op verschillende niveaus voor. Op individuele wijze neemt de ziel nieuwe krachten op voor haar volgende leven op aarde. Een bijzondere invalshoek van deze voordrachten is de manier waarop de gestorvenen verbonden blijven met de levenden, en ook met de aarde zelf en haar ontwikkeling. Tenslotte spreekt Steiner over mogelijkheden die de levenden hebben om met de overledenen in contact te komen en hen bij te staan. Met een nawoord van Judith van der Bend.