Samenvatting
'In jezelf ligt heel de wereld besloten en als je weet hoe je moet kijken en leren, sta je voor de deur met de sleutel in je hand. Geen mens ter wereld kan je die sleutel geven of de deur voor je openen. Dat kan je alleen zelf doen'. Onder dit motto houdt Krishnamurti twaalf stimulerende toespraken voor studenten en docenten van vier Amerikaanse universiteiten. Na elke toespraak wordt hij bestookt met vragen over onderwerpen als angst, vooroordelen, liefde, seksualiteit, geconditioneerd zijn, enz. Hoewel hij zich in de eerste plaats lijkt te richten tot de jeugd, is zijn boodschap - zoals eigenlijk altijd - bestemd voor iedereen, voor jong en oud, Oost en West. Het gaat hem vooral om het ontmantelen van het kunstmatige onderscheid dat wij hebben gemaakt tussen onszelf en 'de wereld'. De wereld, zegt Krishnamurti, is niet iets dat op je af komt, maar iets waar je onlosmakelijk mee verbonden bent, waar je in feite één mee bent. Onze kritische, afwijzende en wantrouwende houding tegenover wat wij de wereld noemen dient plaats te maken voor de realiteit van het deelhebben aan die wereld, van het beseffen dat wij het zelf zijn die de wereld vertegenwoordigen en vorm geven. Dit meermalen herdrukte boek verschijnt nu in een geheel herziene vertaling.