Samenvatting
Een groep uit Duitsland gevluchte kunstenaars, geleerden en bohemiens spreekt begin jaren dertig regelmatig af in een Parijs café. Onder hen de actrice Marion en de aan heroïne verslaafde dichter Martin (in wie iets van Klaus Mann zelf te herkennen is), die er zijn geliefde, de Braziliaan Kikjou, leert kennen. In Amsterdam probeert een ontslagen Joodse hoogleraar uit Bonn een nieuw bestaan op te bouwen, terwijl twee jonge Duitse proletariërs zonder papieren door heel Europa worden gejaagd – Klaus Mann biedt ons een breed palet van verschillend gemotiveerde emigranten.
We volgen hen in hun strijd om het bestaan, in hun twijfels en heimwee, hun vriendschap, eerzucht en liefde, eenzaamheid en angst voor de dood, of juist het verlangen daarnaar. Want de dreiging neemt almaar toe: in 1939 staat Europa als een vulkaan op uitbarsten.
De vulkaan, door Klaus Mann als zijn beste boek beschouwd, is een van de belangrijkste exilromans ooit geschreven. Nu voor het eerst in het Nederlands vertaald, door Ria van Hengel, Martinus Nijhoff Vertaalprijs-laureaat.