Samenvatting
Peter Paul Rubens staat bekend om zijn weelderige vrouwenportretten, die een overweldigende zinnelijkheid uitstralen. Niet alleen zijn kunst, maar ook zijn hele leven werd in grote mate beïnvloed door vrouwen. Zijn jeugd wordt getekend door de buitenechtelijke relatie van zijn vader met Anna van Saksen, de echtgenote van Willem van Oranje. Het avontuurtje resulteert in de verbanning van Rubens’ ouders en stort de familie in financiële ellende. Zijn moeder, Maria Pypelinckx, slaagt erin om in moeilijke omstandigheden de eindjes aan elkaar te knopen. In 1609 huwt Rubens zijn eerste liefde Isabella Brant, die op jonge leeftijd overlijdt aan de gevolgen van de pest. De zestienjarige Hélène Fourment, een Antwerpse koopmansdochter, wordt zijn tweede vrouw en muze. En dan zijn er nog zijn vorstelijke opdrachtgeefsters: de Franse koningin Maria de Medici, vrouw van Henri IV, voor wie hij indrukwekkende allegorieën schildert, en infante Isabella, landvoogdes der Nederlanden, van wie hij ook raadgever en vertrouweling is. Rosine De Dijn beschrijft op onnavolgbare wijze het leven, het lijden en de passies van deze totaal verschillende vrouwen, die elk op hun manier de wereldberoemde schilder hebben gevormd. Zij schetst een kleurrijk portret van Rubens’ wereld: de dramatiek van de godsdienstoorlogen, de grote veranderingen in de schilderkunst en de diplomatie.