Samenvatting
Uit de inhoud: "Alle cafés waar ik kwam dank ik voor hun gastvrijheid. De ene gelegenheid bezocht ik eenmalig. In andere kroegen kwam ik in een bepaalde periode bijna wekelijks. De volgende cafés spelen een rol in minstens één van de verhalen: De Academiebar, De Blokhut, De Boezembrug, De Chillup, De Consul, de Double Diamond, Locus Publicus, De Oude Sluis, Het Oude Tramhuis, Plan C., Pleij, De Pui, ’t Schaapje, De Seen, De Stulp, Café Timmer, Rex, Van Kampen en de Wit, ’t Vinkje en Voorheen Lijn Twee."
“Vroeger was niet alles beter, maar er werd wel minder moeilijk gedaan”, zomaar één van de vele typisch Rotterdamse waarnemingen in deze kroniek van het kroegleven. Alek Dabrowski (1965), opgegroeid op Zuid, gaat in dit door Gemma Plum geïllustreerde boek op kroegentocht. Hij neemt je mee van de eerste tenten waar hij als schuchtere tiener kwam, zoals De Chillup en De Blokhut, tot aan de bekende, drukbezochte kroegen van Rotterdam, denk aan De Consul, De Oude Sluis, Café Timmer en Plan C. Hij deed ook minder vanzelfsprekende plekken aan: Double Diamond, Café Pleij, Rex en De Seen om er een paar te noemen. Ga mee met Alek op kroegentocht en herbeleef je wildste avonden.