Samenvatting
Een catalogiseerder van muziek hoort van de ene op de andere dag geluiden in zijn hoofd – suizen, fluiten en ruisen – die hem beroven van alles wat hem dierbaar is en hem langs de grens van de waanzin doen scheren. Tinnitus. Hoe gaat hij, die zijn dagen en denken vult met muziek en voor wie geluid gelijkstond aan extase, hiermee om? Hij gaat op een queeste naar inzicht en verlossing, die hem langs genezers en lotgenoten, therapieën en geluidsfilosofen voert. In nauwgezet proza neemt Verwijmeren ons mee en voert ons in in de wereld van geluiden, muziek en de tinnitusbehandeling. Hij gaat daarbij diepere vragen niet uit de weg, als: Wat betekenen geluiden in een cultuur waarin het materiële en visuele domineren? Stilte, dat zo zeldzame goed, wat zegt het ons? Verwijmeren heeft meer geschreven dan de geschiedenis van een fnuikend en groeiend fenomeen: een toonschets van onze tijd, een ode aan de muziek, en een gevoelige beschrijving van zijn afkomst en eigen gezin. De veelstemmigheid ervan máákt deze op het scherp van de snede geschreven roman, waarin geluiden er evenveel toe doen als de personages, en die ook de lezer anders naar de wereld doet luisteren.