Samenvatting
Het verhaal speelt zich af in de 17e eeuw in wat toen Bohemen heette. De dertigjarige geloofsoorlog russen katholieken en protestanten is ten einde, maar een andere beweging is in opkomst. De Roomse Kerk wil haar Bisdom in Praag herstellen, maar wordt geconfronteerd met deze afvalligen die ook kardinaal Andreas een doorn in het oog is. Hij ziet de kans zijn persoonlijke ambities te realiseren door deze ‘ketters’ te vervolgen om zo op te vallen in Rome. Er was een kind bij de poort van het mannenklooster gevonden. De abt, die lid is van de nieuwe beweging, ontfermt zich over de jongen die opgroeit tussen de monniken. Wanneer de abt moet vluchten vanwege zijn ideeën, komt het klooster weer onder het strenge regiem van Rome. De nieuwe abt van het klooster spant samen met de kardinaal in Praag om Bohemen te zuiveren van de andersdenkenden. Zij hebben een gezamenlijke geschiedenis waarmee ze elkaar in de tang houden. De vondeling ontvlucht als jonge monnik tenslotte het klooster, waar door de strakke leer twee kampen zijn ontstaan. Er hangt een sfeer van achterdocht en er wordt niet geleefd naar wat men predikt. De getergde jongeman gaat opzoek naar zijn afkomst, maar raakt verzeild in een geloofsconflict. Net als hij denkt vrij te zijn leert het leven buiten het klooster hem dat het daar niet beter is. Maar zijn zoektocht maakt hem wel sterker… en wijzer.