Samenvatting
De geschiedenis van de VOC, de eerste naamloze vennootschap en 'multinational' ter wereld, is nauw verweven met die van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Lange tijd was de Compagnie het grootste handelsbedrijf ter wereld: een puur commerciële onderneming, die geen middel schuwde om haar positie te verstevigen. Maar ook een instelling die cultuur produceerde, en het leven in haar handelsgebieden en de Republiek diepgaand beïnvloedde.
Het verval in de achttiende eeuw had veel oorzaken: de logge organisatievorm, torenhoge bestuurs- en militaire kosten, enorme corruptie en zelfverrijking, concurrentie van andere Europese compagnieën, vooral de Engelse, de tanende internationale positie van de Republiek. De VOC kwam de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) niet te boven. Zij werd in 1795-1799 geliquideerd door de Bataafse Republiek.
'De VOC' geeft een panoramisch beeld van de fascinerende 'Edele compagnie', die uiteindelijk zou zijn 'Vergaan Onder Corruptie'. Het boek biedt de grote lijn én de kleine anekdote. Het werpt licht op de veelsoortige handelsgebieden tussen Kaap de Goede Hoop en Japan, het leven in Batavia, op zee en thuis in Nederland, én op een stoet kleurrijke personen. Van de wrede gouverneur-generaal Jan Pietersz Coen tot de Molukse opstandeling Kapitein Jonker: allen maakten de VOC tot wat deze was.