Samenvatting
In de ochtend van 16 juli 1957 stort een Lockheed Constellation bij Biak, een eiland van Nederlands Nieuw-Guinea, in zee. Slechts tien mensen overleven de crash, onder wie de complete familie De Rijke: vader Olaf, een bekende advocaat en politicus op Nieuw-Guinea, zijn vrouw Nel en hun drie kinderen. De overlevenden worden door Papoea's met prauwen uit de brandende zee gered. Het is op dat moment de grootste vliegtuigramp met een KLM-toestel uit de geschiedenis.
Dochter Hannie is het zwaarst gehavend door het schokkende ongeval en moet met de lichamelijke en geestelijke littekens verder zien te leven. Moedig baant zij zich een weg door het bestaan, waarbij de herinneringen aan de ramp bij Biak achtereenvolgens worden weggedrukt, verwerkt en gekoesterd.
De vlucht van een paradijsvogel schetst de buitengewone geschiedenis van de familie De Rijke en voert ons langs het koloniale leven op Java, de jappenkampen en kamp Amersfoort, het verzet tegen de Japanse én de Duitse bezetter, en de boeiende episode Nederlands Nieuw-Guinea.
Maar bovenal is dit aangrijpende boek een eerbetoon aan Hannie de Rijke, overlever pur sang.