Samenvatting
De vlieger lijkt een vluchtig ding: leuk voor de kleintjes maar na de kindertijd al snel vergeten. Hoe valt dan te verklaren dat zo veel Nederlanders gefascineerd zijn door het vliegeren? Want Nederland is een echt vliegerland. Wie de vlieger volgt, ontdekt vierhonderd jaar Nederland in vogelvlucht.
Deze uitbundig geïllustreerde cultuurgeschiedenis van de Nederlandse vliegerverbeelding laat zien hoe de vlieger opduikt in talloze beroemde romans, gedichten en liederen, op schilderijen en prenten, op gebruiksvoorwerpen en interieurversieringen. Vliegers die niet opgaan, vliegers die ‘schootgaan’, vechtvliegers, speelgoedvliegers, nuttige vliegers, symbolische vliegers en smartlapvliegers - vliegers alom. Nederland is opgegroeid met de vlieger, en steeds weer worden nieuwe ideeën en verlangens op de vlieger geprojecteerd. ‘Zeg het met vliegers’, lijkt het devies. Maar wát zeggen we ermee?
De vliegerende Hollander zoekt naar het antwoord op die vraag.
Gert-Jan Johannes en Inger Leemans zijn literatuur- en cultuurhistorici met een serieuze, maar luchtige kijk op de geschiedenis. Hun vorige gezamenlijke boek Worm en donder, een literatuurgeschiedenis van de achttiende eeuw, werd in de pers geprezen als ‘meesterwerk’ (NRC Handelsblad), ‘sprankelend en origineel’ (de Volkskrant) en ‘uiterst leesbaar’ (Historisch Nieuwsblad).