Samenvatting
Nooit eerder verscheen een roman waarin een naar binnen gekeerde samenleving zo microscopisch bekeken en ontleed wordt als De verzopen katten en de Hollander. Het toneel is Japan. In heldere, ingetogen taal, gekruid met absurdistische humor, beschrijft Detlev van Heest (1956) een bonte verzameling mensen, planten en dieren. Zo maakt de lezer kennis met een innemend vrouwtje met communistische sympathieën dat de kluts kwijtraakt, met de voormalige keizerlijke lijfwacht die lichamelijk aftakelt en in zijn eigen vuil dreigt om te komen, met de weduwe van een professor die op haar jarenlange sterfbed aldoor Schubert draait, en met een oude man die door de schrijver verdacht wordt van oorlogsmisdaden. De verzopen katten en de Hollander is echter bovenal een zelfportret. De schrijver gaat met ongekende directheid te werk: werkelijkheid en fictie vloeien ineen en de gedachte dringt zich aan de lezer op dat alles precies zo gebeurt is als beschreven.
De verzopen katten en de Hollander is de aanloop naar de dramatische roman Pleun, die in het najaar van 2010 zal verschijnen en waarin het toneel naar Nieuw Zeeland wordt verplaatst. Beide boeken passen in de autobiografische traditie van J.J. Voskuil, Frida Vogels en Minke Douwesz.
'Dit merkwaardige, maar altijd de aandacht opzuigende boek heeft zijn sarrende en tegelijk verslavende eentonigheid gemeen met het werk van Voskuil en Vogels.' - Jaap Goedegebuure, Trouw
'Het is moeilijk in te schatten waar J.J. Voskuil ophoudt en Detlev van Heest begint, maar Van Heest lijkt me minder burgerlijk en meer sardonisch, en De verzopen katten en de Hollander is gewoonweg te leuk en zit te goed in elkaar om een kopieerkunstje te zijn. Ik kijk uit naar Pleun.' - Joost de Vries, De Groene Amsterdammer
'Van Heest is zo consequent in vorm en stijl, dat gewone zaken reliëf krijgen. [...] Van grote klasse zijn de dialogen.' - Daniëlle Serdijn, de Volkskrant