Samenvatting
Elke natie ter wereld kent steden en landen die spreekwoordelijk bekendstaan als dom. In Nederland moeten Kampen en België het ontgelden, terwijl de Belgen op hun beurt de domheid lokaliseren in Olen en Luxemburg.
Aan de domoorden worden wereldwijd domdaden toegeschreven: de domkoppen zaaien zout, wachten tot de rivier voorbij is gestroomd en vangen de zon in een zak. Maar dit boek is meer dan een moppentrommel. Want waarom zijn uitgerekend die plaatsen doelwit van spot? Het antwoord voert ons langs Boeotische zwijnen, Winnebago-indianen en het mysterieuze Esonstad.
En welke rol speelt domheid in onze identiteit? Hoe kan het dat plaatsspot nog steeds woede wekt? Beroepsspotters waren hun leven niet zeker. Hun tong werd op een plank genageld, ze moesten een schandmasker dragen of werden gekruisigd.
Een plaats kan zich alleen bevrijden uit de wurgende greep van de discriminatie door de spotnaam om te munten tot geuzennaam. En ook een natie bestaat bij de gratie van steden waar zij heimelijk haar eigen mislukking viert. Domoorden zijn een kwestie van staatsraison. Wie weet openen de domdaden wel de poort naar een ander soort wijsheid.
Met aanstekelijke anekdotes, bijzondere illustraties en landkaarten met domme steden laat Matthijs van Boxsel opnieuw zien dat geen mens intelligent genoeg is om zijn eigen domheid te begrijpen.