Fragment
Een mysterieuze inbraak
Bij een nachtelijke inbraak in een Tibetaans Cultuurcentrum in een Nederlandse provinciestad worden enkele kostbare objecten, waaron-der twee honderden jaren oude thangka’s* gestolen en omgeruild voor exacte replica’s. De replica’s zijn zo goed gemaakt, dat er aanvankelijk niets lijkt te zijn ontvreemd. De daders lijken bij de inbraak geen spo-ren te hebben achtergelaten. Door de oplettendheid van de directeur van het Tibetaans Cultuurcentrum wordt de inbraak de volgende dag toch ontdekt. Een stagiaire ontdekt enkele weken later de twee achterge-laten vervalsingen.
Een paar weken na deze ontdekking verongelukt even buiten de stad een vrachtwagen met een groot aantal Tibetaanse artefacten waaronder een van de twee gestolen thangka’s. De andere thangka blijft verdwenen. De chauffeur van de vrachtwagen, die het ongeluk zwaargewond over-leeft, ontvlucht de plek van het ongeval en verdwijnt spoorloos.
Een ontvoering in Hanoi
Kort voor het begin van een internationaal wetenschappelijk congres in Hanoi verdwijnen vier wetenschappers, specialisten op het gebied van de Tibetaanse taal en cultuur, spoorloos. De vier zijn afkomstig uit Nederland, België, Oostenrijk en Noorwegen. Ze zijn ontvoerd en wor-den, zo blijkt vele maanden later, vastgehouden in de resten van het beroemde Diepe Kloof Klooster, dat gevestigd is in een enorm, deels natuurlijk grottencomplex in het onherbergzame zuidoosten van Tibet. De ontvoerders doen zich voor als Tibetaanse vrijheidsstrijders, die aangestuurd worden door het Centraal Tibetaans Bestuur in Dharamsa-la.
De Diepe Kloof Stuwdam
China bouwt in Tibet in de rivier die door de Diepe Kloof stroomt een honderdacht meter hoge stuwdam en een waterkrachtcentrale. Het water van het stuwmeer, dat na het sluiten van de dam ontstaat, zet niet alleen een aantal Tibetaanse dorpen onder water, maar ook de resten van het Diepe Kloof Klooster, dat tijdens de Chinese Culturele Revolu-tie (1966 – 1976) door bombardementen ernstig is beschadigd, maar desondanks op de werelderfgoedlijst van de UNESCO staat. Het stij-gende water dreigt kostbare muurschilderingen en een veelheid aan onvervangbare Tibetaans-religieuze artefacten verloren te laten gaan.
Een aantal landen aan de benedenloop van de rivier is voor hun landbouw en hun visserij afhankelijk van het water van de rivier. Boeren en vissers worden in hun bestaan ernstig bedreigd doordat de Chinese stuwdam de loop van de rivier onomkeerbaar verandert.
Losse gebeurtenissen?
Er lijkt geen verband te bestaan tussen deze gebeurtenissen zolang wij dat verband niet willen zien.
Een gespecialiseerd team van de Nederlandse politie onderzoekt de beroving van het Tibetaans Cultuurcentrum en onthult de verontrusten-de verbanden tussen gebeurtenissen die wel degelijk met elkaar samen-hangen. Het team weet de schaarse sporen van de inbraak te verbinden met een criminele organisatie die nauwe banden heeft met het Chinese Ministerie voor Staatsveiligheid, dat op zijn beurt ook nauw betrokken is bij de bouw van de stuwdam en de waterkrachtcentrale en dat ook ach-ter de ontvoering blijkt te zitten.
De resultaten van het politieonderzoek zijn uiterst compromitterend voor de overheid in Beijing, die minderheden zoals Tibetanen, Oeigoe-ren en Kazachen genadeloos onderdrukt. In het kader van een campag-ne tegen de Tibetanen werkt Beijing in het grootste geheim aan een bizar masterplan. Het wil het door China gevreesde en gehate Centraal Tibetaans Bestuur in Dharamsala (India), beter bekend als de Tibetaan-se Regering in Ballingschap, openlijk criminaliseren met als doel de internationale aandacht af te leiden van de dubieuze Chinese (wa-ter)politiek in Tibet.
Achtergronden
De rivieren die op het Tibetaans plateau ontspringen vormen een belangrijke bron van leven voor grote delen van China, maar ook voor Laos, Cambodja, Vietnam, Myanmar, Bangladesh, Thailand, Nepal, Bhutan en grote delen van India en Pakistan. Ook hun belang voor het mondiale klimaat kan moeilijk worden onderschat.
Toen Mao Zedong in 1950 besloot om Tibet ‘te bevrijden’ en het land in 1959 inlijfde bij China, ging het hem niet om het welzijn van het in zijn ogen door hun religieus-reactionaire regering onderdrukte Tibe-taanse volk. Het ging hem ook niet om de zeldzame metalen en andere kostbare grondstoffen die in de loop der jaren in de Tibetaanse bodem werden gevonden. Het economische en technische belang daarvan was in die tijd nog amper bekend. Het ging de ‘Grote Roerganger’ op de eerste plaats om het Tibetaanse water dat tot elke prijs voor het Chinese volk een bron van socialistisch leven moest worden.
Deze roman is geschreven met als uitgangspunt het recht van elk volk om te bestaan zonder de overheersing door een als bezetter ervaren vreemd volk met een vreemde cultuur. De door de Chinese communis-tische partij gemanipuleerde geschiedschrijving wil de wereld doen geloven dat Tibet altijd al een deel van China is geweest. De weten-schappelijke bewijzen dat China en Tibet hooguit een gezamenlijke en gelijkwaardige geschiedenis hebben worden door Beijing ontkend. Deugdelijke historische of archeologische argumenten voor deze ont-kenning ontbreken. Onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar historische feiten is in China niet mogelijk. De communistische partij staat onafhankelijk historisch en cultuurhistorisch onderzoek niet toe en accepteert geen wetenschappelijke resultaten die in strijd zijn met de opvattingen van de partij.
China kon en kan al zeventig jaar in Tibet zijn gang gaan. De wereld zag en ziet het gebeuren en deed en doet niets om Tibet of het Tibe-taanse volk te helpen. De onstuitbare economische macht van China en onze economische afhankelijkheid daarvan zijn van veel groter belang dan het welzijn en het voortbestaan van het Tibetaanse volk en zijn cultuur. Tibet en de Tibetanen betalen, net als de Oeigoeren, de Ka-zachen en andere minderheden die eenzelfde onderdrukkend lot treft, de hoogste prijs voor onze ongebreidelde behoefte aan producten uit de goedkope Chinese maakindustrie.
Deze roman vertelt een fictief verhaal, dat voor een belangrijk deel is gebaseerd op een veelheid aan uiteenlopende en op het eerste gezicht weinig samenhangende feiten en gebeurtenissen, die zich in de laatste decennia hebben voorgedaan.
In het algemeen kunnen we stellen dat de kans dat ogenschijnlijk on-samenhangende historische feiten toch een inherente samenhang ver-tonen groot is. Onze beperking is dat wij die, op het eerste gezicht niet bestaande samenhang niet (willen) waarnemen. Het zien van de samen-hang kost ons extra tijd en moeite. Pas als wij die tijd en die moeite nemen om de samenhang te onderzoeken, kunnen wij de complexe werkelijkheid waarin wij, samen met de Tibetanen, de Oeigoeren, de Kazachen, de Chinezen en vele andere volkeren leven, beter begrijpen.
×