Samenvatting
De straat is nu donker en verlaten. Overal liggen bierblikjes, plastic bekers en hier en daar een lege fles rum. Verfrommeld papier wordt willoos door de wind voortgedreven. Een magere, schurftige hond, met een verminkte achterpoot, snuffelt aan een rood-witte doos 'Kentucky Fried Chicken'. Kwispelstaartend hinkt het beest verder met een half afgekloven kippenpoot in zijn bek. Een eenzame dronkaard loopt slingerend op zijn benen voorbij. Zo nu en dan maakt hij een paar danspassen, neuriet het winnende carnavalslied en doet het feest in zijn eentje nog eens dunnetjes over. Het carnaval is voorbij. Wanneer de muziek is verstomd en de maskers zijn afgezet, moet Prins Carnaval sterven. Ricardo Bonifacio is een eenzame, gescheiden hoogleraar sociologie die in het najagen van carrière en roem zichzelf is kwijtgeraakt. Hij krijgt bezoek van Marieke de Wit, een scenariste die van plan is een film over het carnaval op Curaçao te maken en hem daarover wil raadplegen. Ze beginnen een relatie en hij gaat op haar verzoek met de filmploeg mee als adviseur. De terugkeer naar zijn geboorteland maakt oude verdrongen gevoelens bij hem los, waardoor hij van zijn nieuwe vriendin vervreemd. Wat hij niet weet is dat zijn gevoelens te maken hebben met het occulte en dat hij eerst een louteringsproces moet ondergaan voordat hij weer zichzelf kan zijn. In het feestelijke tumult van het carnaval gaat hij door een diep emotioneel dal dat hem letterlijk en figuurlijk aan de rand van de afgrond brengt. Hij geeft zich over aan een vrijwel zekere dood, maar dat wordt hem niet gegund. Zijn tijd is nog niet gekomen. Om de ban te breken moet hij de loutering volledig doorstaan. Pas dan is hij weer meester van zijn lot. De terugkeer van Ricardo Bonifacio is een verhaal over de existentiële behoefte om sporen achter te laten, over lotsbestemming en de onbereikbaarheid van het volmaakte geluk, de grote tragedie van het menselijk bestaan. Chesley Rach is in 1952 geboren op Curaçao. Zijn vader en moeder kwamen uit respectievelijk Suriname en Trinidad. Na zijn schooljaren op Curaçao zette hij zijn studie voort aan TU Delft om daarna als stedenbouwkundige voor een tiental jaar terug te keren naar Curaçao. Naast zijn werk schildert hij. Met De terugkeer van Ricardo Bonifacio maakt hij zijn debuut als schrijver, waarmee hij de traditie van het carnavalsthema in de Caribische literatuur voortzet. Zo verschenen bij Uitgeverij In de Knipscheer eerder De dans van de draak van Earl Lovelace (Trinidad & Tobago) en De langste maand van Diana Lebacs (Curaçao).