Samenvatting
Op 16 oktober 2014 is het wetsvoorstel tot vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht (Wetsvoorstel 34 059) aangeboden aan de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel voorziet - naast een wijziging van de Algemene wet bestuursrecht - in een ingrijpende wijziging van het burgerlijk procesrecht. Zo worden de afzonderlijke dagvaardingsprocedure en verzoekschriftprocedure vervangen door één basisprocedure met een nieuwe (geüniformeerde) procesinleiding, en wordt de civiele procedure (grotendeels) gedigitaliseerd, waarbij de start van de procedure en het indienen van (proces)stukken via elektronische weg in de toekomst voor nagenoeg alle professionele partijen verplicht wordt. Deze bundel bevat de doorlopende wettekst van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zoals die zal gaan gelden na invoering van het bovengenoemde wetsvoorstel, zoals dat thans voorligt bij de Tweede Kamer. Tevens zijn de wijzigingen in het arbitragerecht per 1 januari 2015 ingevolge de Wet tot modernisering van het arbitragerecht in de wettekst verwerkt. Voor het overige is uitgegaan van de stand van de wetgeving op 1 december 2014. Dit uiteraard met inachtneming van de beperking dat tijdens de parlementaire behandeling nog eventuele wijzigingen in de tekst van het wetsvoorstel kunnen worden aangebracht. Het streven is om de benodigde wet- en regelgeving medio 2015 gereed te hebben. Deze uitgave heeft ten doel om de rechtspraktijk reeds in dit (vroege) stadium van het wetgevingsproces in de gelegenheid te stellen om van de op handen zijnde wijzigingen kennis te nemen, daarop te anticiperen en waar nodig (tijdig) de werkprocessen aan te passen. OVER DE AUTEUR Mr. M. den Besten is werkzaam als gerechtsauditeur bij de Hoge Raad der Nederlanden en is docent burgerlijk procesrecht voor de Beroepsopleiding Advocatuur. Voorheen was hij docent burgerlijk procesrecht aan de Universiteit Leiden en advocaat.