Samenvatting
In De Tanimbar-legende, unaniem geprezen als een van Aya Zikken beste romans, arriveren kort na de Tweede Wereldoorlog drie mannen op een afgelegen eiland in de Zuidoost-Molukken. De nuchtere werktuigbouwkundige Jasper Jens komt vers uit Nederland, controleur Haantjes en de idealistische onderwijzer Johannes Morse zijn in Japanse kampen geïnterneerd geweest. In een paradijselijke omgeving, ver van het roerige Java waar het Nederlandse leger tevergeefs probeert om de kolonie te herstellen, ontrolt zich een drama van drie mannen die te zeer door hun verleden zijn getekend om elkaar daadwerkelijk te kunnen bereiken. Dat geldt uiteindelijk ook voor hun omgang met de Indonesiërs, beseft Jens: 'Je hoort ze praten, ziet ze bewegen. Je ruikt ze, je raakt ze aan, kijkt in hun ogen, denkt dat je contact maakt. [...] Maar de mensen hier zijn decor in het door ons veroverde hof van Eden.' In deze belangrijke roman klinkt het geweten van een natie door die in zal moeten zien dat haar koloniale dromen grotendeels op een illusie hebben berust. Het initiatief tot deze heruitgave is genomen door Literaire Reisboekhandel Evenaar, om te vieren dat de boekhandel 25 jaar geleden in Amsterdam werd opgericht door Marre van Dantzig en Maria Bastiaens. Deze editie is uitgebreid met een tweeledig Nawoord door Kees Ruys, de biograaf van Aya Zikken: 'Het zoekende leven van Aya Zikken' en 'Over het ontstaan van De Tanimbar-legende'. 'In die passages van geluk, schoonheid en ontroostbaarheid om wat men aan het verliezen is, ligt de grote kracht van deze roman.' - Doeschka Meijsing 'Na haar veelgeprezen roman De atlasvlinder schreef Aya Zikken met De Tanimbar-legende een even knappe als ontroerende roman over het einde van het Hollands kolonialisme in de Indische archipel.' - Hans Visser Aya Zikken (Epe 1919 - Norg 2013) woonde van haar zesde tot haar negentiende jaar in Nederlands- Indië, een periode die van grote invloed op haar werk en leven is geweest. Ze debuteerde in 1953 met de novelle Het godsgeschenk onbegrepen en bouwde sindsdien aan een groot en eigenzinnig oeuvre van romans, reisverhalen en memoires, waarbinnen de roman De atlasvlinder (1958) een centrale plaats inneemt. Terugkerende thema's in Zikkens werk zijn de invloed van ervaringen uit het verleden, het conflict tussen vrijheid en intimiteit en de onmacht om een ander te bereiken. In 1997 werd haar oeuvre bekroond met de Anna Bijns Prijs.