Samenvatting
'Geitenwollen sokken', dat is het beeld dat lange tijd aan ze kleefde: jongerenwerkers, sociaal-cultureel werkers, opbouwwerkers en vormingswerkers. Het dateert uit de jaren zestig en zeventig, de periode waarin deze sociaal-culturele professionals het meest van zich lieten horen. Minder bekend is dat ze de 'uitvinders' zijn van allerlei vernieuwingen, zoals dorps- en buurthuizen, bibliotheken, speeltuinen, activering van werklozen, kinderopvang, volwasseneneducatie, poppodia, buurtbemiddeling en 'community arts'. In DE STILLE KRACHTEN VAN DE VERZORGINGSSTAAT beschrijft Marcel Spierts de stormachtige ontwikkeling van de sociaal-culturele beroepen na de Tweede Wereldoorlog. Hij laat zien hoe de naoorlogse politieke en culturele elite deze kersverse professionals opzadelde met torenhoge verwachtingen ten aanzien van modernisering en individuele ontplooiing. Hoe in de jaren zestig en zeventig het werk radicaliseerde, en in de decennia daarna de ontnuchtering en bezuinigingen volgden. Maar ook dat na de politieke moorden van deze eeuw de belangstelling voor deze beroepen terugkeerde De recente opkomst van de participatiesamenleving plaatst sociaal-culturele professionals in het hart van de maatschappelijke ontwikkelingen. Opmerkelijk is hoe jongerenwerkers, sociaal-cultureel werkers, opbouwwerkers en vormingswerkers er in al die stormen in slagen om hun professionaliteit, vakmanschap en ambachtelijkheid naar een hoger plan te tillen.