Samenvatting
In Nederland koesteren we het verschil. Zestien miljoen individuen, allemaal anders. Dat is wat ons als ideaal wordt voorgehouden in commercie en cultuur. In de wereld van recht, bestuur en politiek ligt dat anders. Daar zijn we juist geobsedeerd door gelijkheid. Dat wringt. De verzorgingsstaat wil gelijk maken wat verschillend is.
In De staat van verschil onderzoekt hoogleraar bestuurskunde Paul Frissen deze frictie. Waarom. gezien het belang dat we aan verschil en ongelijkheid lijken toe te kennen, is gelijkheid zo'n dominante waarde in de politiek en in het publieke domein? Al onze institutionele arrangementen zijn gericht op het bestrijden van verschillen. Waarom misgunnen we in het publieke domein de ander wat we zelf niet ontvangen? Kennelijk is de vormgeving van solidariteit sterk geinspireerd door afgunst.
De staat van verschil is een pleidooi voor ongelijkheid. Frissen bezingt de schoonheid en het aangename van verschil. Verschil biedt garanties tegen de totalitaire verleiding van gelijkheid. uniformiteit en normaliteit. Dat is essentieel voor de vormgeving van democratie. Die moet de burgers in al hun vari it beschermen tegen de monopolies van de staat.