Fragment
1976 Tomaten plukken
Op de hoek van de P.C. Hooftlaan en de Lange Boonestraat, waar ik stond te wachten, moest ik altijd mijn hand opsteken om hem eraan te herinneren dat hij moest stoppen. Rob zou mij anders met zijn gehypnotiseerde nachtzicht faliekant voorbij zijn gereden. Niet verwonderlijk, want ook ik had elke keer moeite om op dit vroege tijdstip klaar te staan. Ik stond er wel, maar mijn hersenen gaven aan dat mijn lichaam nog in bed lag. Een vreemde gewaarwording die zich pas in de behaaglijke kas herstelde en lichaam en geest weer één werden. Terwijl we tijdens de rit de nacht achter ons lieten en de dageraad tegemoet reden, bleven wij stil en ontwaakten we langzaam uit onze ochtendroes.
×