Fragment
Inmiddels beginnen ze het geweer op hun schouder te voelen. Beiden zijn in het bezit van een .30-06 kaliber. In tegenstelling tot Herbert, die al ruim 10 jaar een prachtige Sig Sauer bezit met Swarowski vizier, heeft Berthold een Sauer 202 classic met een Zeiss vizier, 5 x 12 x 56 om precies te zijn. Beide zijn schitterende geweren met name geschikt voor de jacht op grofwild zoals zwijnen, damherten, edelherten en reeën. Niet alleen exclusief en kostbaar materiaal maar ook nauwkeurige wapens die tot de topklasse behoren. Maar elk wapen weegt wel bijna vijf kilo. Terwijl ze hun weg vervolgen, verleggen ze af en toe de schouderriem van hun geweer.
‘Daar staat kansel 34, op ongeveer honderdvijfentwintig meter voor ons’, zegt Berthold.
‘Inderdaad’, reageert Herbert.
Ze versnellen hun pas.
‘Jacques…?’ roept Herbert en het echoot door het bos.
Er komt geen reactie. Het blijft doodstil.
‘Hoe gaat het?’ roept Berthold hem op afstand toe, er vanuit gaande dat hij zich daar moet bevinden.
‘Jacques…, we komen je halen! Jacques… waar ben je…?’
Herbert stopt even.
‘Waarom antwoordt hij niet?’ vraagt Herbert.
Berthold draait zich om en kijkt Herbert aan.
‘Ik krijg hier een slecht gevoel bij’, antwoordt Berthold.
Ze kijken even rond. De bewolking is toegenomen waardoor de dansende zonnestralen zijn verdrongen. Er hangt een mystieke sfeer. Ondanks dat het vrij stil is trekt de wind aan en onder een kreunend geluid doet het de takken meer en meer zwiepen. Er komt geen enkele reactie vanuit de hoogzit. Dan zien Herbert en Berthold de groene hoogzit tussen de bomen staan met daarin de contouren van het postuur van Jacques. De passen van beide mannen staken op twintig meter van de hoogzit.
’Jacques…?’ roept Berthold nogmaals maar nu wat zachter.
‘Jacques…?’ alsof hij verwacht dat er iets vreselijk mis is.
‘Jezus, Herbert…. ik denk dat er iets gruwelijks gebeurd is…!’
Beiden houden hun adem in. Berthold zet als eerste zijn wapen neer. Nadat hij de kolf van het geweer in de sneeuw heeft gedrukt en de loop tegen een stammetje heeft geplaatst, snelt hij naar de hoogzit. Op tien meter van de hoogzit deinst hij verschrikt terug. Na enkele seconden loopt hij langzaam, niettegenstaande de shock, een paar passen achteruit. Hij draait zich om en kijkt Herbert aan.
Dan roept Berthold met luide stem: ‘Herbert…hij is dood…! Jacques is dood…!’
Met een totaal verwarde blik kijkt hij naar Herbert. Deze laat ter plekke zijn wapen vallen en loopt op Berthold af.
‘God verhoede!…wat is hier gebeurd?’ zegt Herbert.
×