Samenvatting
Tot het gezicht van protestants Nederland in de negentiende eeuw behoorde niet alleen ‘de dominee-dichter’ of ‘de predikant-novellist’, maar ook de schrijvende selfmade dominee, de niet-academisch gevormde ‘godgeleerde’ die als kerkelijk werker of als evangelist actief was, maar ook als auteur van zich deed horen. Als wetenschappelijk of literair begaafd talent publiceerde de selfmade dominee (populair-)wetenschappelijke geschriften, stichtelijke poëzie, novellen, romans en lectuur voor de jeugd. Met elkaar vormen de schrijvende selfmade dominees een ‘collectief’, even bont en divers als het protestantisme van hun tijd. De portretten van zesentwintig dominees brengen hen tot leven. Het kerkelijk-maatschappelijk leven, het religieuze en spirituele klimaat en de leescultuur van protestants Nederland in die tijd krijgen daarbij ruim aandacht.