Samenvatting
Toen Havank in juni 1964 overleed liet hij vier onvoltooide manuscripten na, waarvan Menuet te Middernacht het verst was gevorderd. Het had hem jarenlang beziggehouden en hij had er de andere drie telkens weer voor opzij gelegd. Inspiratie voor dit boek had hij gevonden in het achttiende-eeuwse portret van de historische Anne Marie, dat hij aantrof op het Dekema State bij Leeuwarden, waar hij te gast was wanneer hij vertoefde in zijn geboortestad. Anne Marie is dan ook de hoofdpersoon in dit merkwaardige, ja hoogst merkwaardige Schaduw-verhaal, dat beurtelings in het verleden, in 1793, en in het heden speelt. Het voert de Schaduw en zijn gezellen naar het oude Roxton Abbey waar het noodlot, dat door ieder met toenemende spanning wordt voorvoeld, zich pas voltrekt als in de laatste bladzijden het Menuet van Boccherini bij het luiden van de kerstklokken wordt gespeeld. De afloop van dit Schaduw-verhaal had Havank kort voor zijn heengaan verteld aan de schrijver Pieter Terpstra. Het lag dan ook voor de hand dat deze het boek zou voltooien. Gebruik makend van de notities die in de nalatenschap werden gevonden heeft Terpstra dit gedaan op een wijze waarvoor zelfs Havank bewondering zou hebben gehad.