Samenvatting
Na de dood van Koning Arthur krijgt de Rode Ridder van Merlijn de opdracht om zich naar de afgelegen zuidelijke eilanden te begeven om zich ter plaatse van de toestand te vergewissen. Bij aankomst wordt Johan geconfronteerd met de gruweldaden van een groep nomaden die moordend en plunderend door het land trekt. Tijdens een zware storm zoekt Johan onderdak in een donjon waar hij gastvrij wordt onthaald door Zigliora (zie album 24, De Zwarte Banier). Wanneer ze de volgende dag een rit maken en even uitrusten bij een meer, vallen ze beiden in een diepe slaap waaruit Zigliora niet ontwaakt. Johan wil weten wat er aan de hand is, maar botst tijdens zn zoektocht op levende doden, monsterlijke aaseters en uiteindelijk, Tuan de Barbaar...