Samenvatting
Al dagen woedt er een zware storm op zee. Wanneer de storm gaat liggen is kapitein Zartos van de Albatros bezorgd om de averij die het schip opliep. De stuurman bevestigt dat het roer niet meer luistert en dat ze overgeleverd zijn aan de elementen van de zee. Johan meldt dit nieuws aan Isaac, een Joodse rabijn die hem inhuurde als lijfwacht, en zijn vrouw Esther. Ondanks de windstilte merkt Isaac dat er een luchtstroom door het raam komt en ook het gescheurde zeil wappert heen en weer. En dan blijkt dat de Albatros aan het varen is. Als de uitkijk roept dat er een misbank op komst is, proberen Johan en de bemanningsleden het roer nog om te gooien, maar zonder resultaat. De Albatros vaart recht de mistbank in en in de mist duiken plots overal scheepswrakken op, zonder dat er een spoor van leven is...