Samenvatting
Mirabel en Kessul trekken met een karavaan door het woud, plots worden ze aangevallen door struikrovers. De begeleiders van de karavaan worden meedogenloos uitgeschakeld. Al snel bereiken de rovers de wagen van Kessul. Mirabel, zijn huurlinge weet zich echter verbeten te verdedigen. Plots duikt een ridder vanuit het niets op, hij baant zich onhoudbaar een weg door de rangen van de rovers. De rovers krijgen schrik en blazen de aftocht op aanraden van hun eenogige aanvoerder. De ridder weet de aanvoerder in te halen en neemt hem gevangen. Terug bij de karavaan wordt de gevangenneming van Dudek, aanvoerder van de rovers en rechterhand van Bjornoz, aanvoerder van het dievengilde met verbazing aanschouwd. De ridder maakt zich bekend, het is Johan. Mirabel en Johan blijken geen onbekenden van elkaar. Zij was eerder verwikkeld in louche zaakjes. Kessul verzekert Johan er echter van dat dit nu geenszins het geval is. Johan legt zich hier bij neer, maar blijft erg wantrouwig. Na de kennismaking wordt de tocht naar de stad verdergezet.