Samenvatting
De zon gaat reeds onder wanneer Johan aan de Rijn een sierlijk vaartuig ziet naderen. Een vrouw gaat aan land en strooit wit poeder om zich heen, een ritueel van heksen die nieuw land betreden, en Johan besteedt er verder ook geen aandacht aan. Het wordt nu snel donker en Johan besluit te overnachten, tot hij plots een gerucht hoort. Zo maakt hij kennis met het meisje Christl, van de Reigershoeve, en haar hondje Fuxi. Als Christl en Fuxi naar huis gaan stoten ze op een zigeunerkamp, waar ze een jonge vrouw zien die water haalt in de Rijn, terwijl haar kind aangevallen wordt door een slang. Fuxi valt de slang meteen aan, en voor de slang kan reageren slingert Christl de slang met een stok de lucht in. Als dank wil de zigeunerin de toekomst voorspellen van het meisje, maar als ze Christls handpalm bekijkt schrikt de zigeunerin en ze besluit Christl naar huis te brengen. De zigeunerin waarschuwt Ingeborg, de moeder van Christl, voor gevaar en een vrouw in het zwart. s Avonds barst er een onweer los en Ingeborg sluit zorgvuldig alle ramen af, tot tegenzin van Rudolf, de valkenier. Hierop ontstaat een woordenwisseling tussen beiden, waarbij Ingeborg Rudolf beschuldigt geld te stelen en dit ook bewijst. Net wanneer Rudolf Ingeborg wil aanvallen schalt de poorthoorn: het is Johan die onderdak komt zoeken. Meteen voelt Johan de spanning en hij biedt Ingeborg aan te helpen haar problemen op te lossen.